HCl(aq) → H+(aq) + Cl-
HNO3(aq) → H+(aq) + NO3-(aq)
H3PO4(aq) → 3H+(aq) + PO4-3(aq)
H2SO4(aq) → 2H+(aq) + SO4-2(aq)
Zoals u in de voorbeelden kunt zien, geven zuren H+ ion aan oplossing. Integendeel, sommige van de zuren zoals SO2, P2O5, SO3 bevatten geen H-atoom, maar hun oplossingen met water vertonen zure eigenschappen. Oplossingen van deze zaken met water worden;
SO2(g) + H2O(l) → H2SO3(aq)
CO2(g) + H2O(l) → H2CO3(aq)
P2O5(s) + 3H2O(l) → 2H3PO4(aq)
Deze niet-metaaloxiden worden "watervrije zuren" genoemd.KOH(s) → K+(aq) + OH-(aq)
Ba(OH)2(s) → Ba+2(aq) + 2OH-(aq)
NaOH(s) → Na+(aq) + OH-(aq)
Ca(OH)2(s) → Ca+2(aq) + 2OH-(aq)
Zoals u in de voorbeelden kunt zien, geven basen OH- ion aan oplossing. Integendeel, sommige basen zoals NH3, MgO en CaO bevatten geen OH- ion, maar hun oplossingen met water bevatten OH- ion en ze vertonen basiseigenschappen. Bekijk deze voorbeelden hieronder;
NH3(aq) + H2O(l) → NH4+(aq) + OH-(aq)
K2O(s) + H2O(l) → 2K+(aq) + 2OH-(aq)
MgO(s) + H2O(l) → Mg+2(aq) + 2OH-(aq)
Deze zaken worden "watervrije basen" genoemd.
HCl(g) + NH3(g) → NH4+(s) + Cl-(s)
In deze reactie, doneert HCI H+ ion zodat het zuur is
en NH3 accepteert H+ ion, het is base.
CO3-2 + H2O → HCO3- + OH-
Bij deze reactie reageren één zuur en één base om een ander zuur en een andere base te geven. H2O zuur doneert H+ ion en wordt OH- base, CO3- base accepteert H+ ion en wordt HCO3- zuur. OH- is de geconjugeerde base van H2O en HCO3- is geconjugeerd zuur van CO3-2. De onderstaande lijst toont enkele gebruikelijke zuur en base-conjugaten;
Voorbeeld: Volgens de definitie van Bronsted-Lowry, welke van de volgende beweringen waar zijn voor de volgende reactie.
HCO3- + HSO4- → H2CO3 + SO4-2
I. Zure eigenschap van HSO4- ion is hoger dan zure eigenschap van HCO3-H2PO4- + HSO3- → HPO4- + H2SO3
I. H2PO4- en H2SO3
II. HSO3- en H2SO3
III. HSO3- en HPO4-
IV. H2PO4- en HPO4-
Oplossing: